Hoe tuincentra het zaadje planten voor de duurzame tuin van de toekomst

Belgische tuincentra innoveren volop, maar die innovatie bereikt nog te weinig de consument. Hoe kunnen zij hen gidsen naar een groenere buitenruimte, en wat werkt juist niet?

Er beweegt wat in de Belgische tuin. Niet alleen door de klimaatverandering of veranderende levensstijlen, maar ook omdat steeds meer mensen op zoek gaan naar manieren om hun tuin duurzamer in te richten. Toch blijkt dat niet zo vanzelfsprekend. Dat weet ook Chris Van Wesemael, Directeur van de Belgische Tuincentra Vereniging (BTV): “Er is nog heel wat werk aan de winkel.” Letterlijk en figuurlijk.

De mythe van de Belgische tuin

“Eerst en vooral: de Belgische tuin bestaat niet”, stelt Van Wesemael resoluut. “Er zijn grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië, zowel in aanpak als in attitude.” Terwijl duurzaamheid in Vlaanderen vaak leeft als gespreksonderwerp, zien we in Wallonië net dat er meer concrete acties worden ondernomen. Een cultureel verschil, gekoppeld aan verstedelijkingsgraad, oppervlakte en gewoonten.

Bovendien is de definitie van ‘duurzaamheid’ voor de consument niet zo vanzelfsprekend. Volgens Van Wesemael gaat het veel verder dan pesticiden vermijden: “Het gaat ook over waterrecuperatie, het gebruik van regen- of afvalwater, het kiezen voor inheemse planten, of planten die weinig water nodig hebben. Maar dat besef is bij veel consumenten nog niet aanwezig.”

Tuincentra als ontbrekende schakel

Uit recent onderzoek blijkt namelijk dat slechts 13% van de mensen spontaan weet wat een duurzame tuin is. Zelfs als het thema verduurzaming wordt toegelicht, blijft het voor sommigen vaag: “Sommigen beschouwen zelfs javel als een duurzaam product voor onkruidbestrijding”, vertelt Van Wesemael. “Er is een enorme leemte aan basiskennis.”

Daar ligt volgens hem een sleutelrol voor de tuincentra. “Zij zijn bij uitstek geplaatst om die kennis te delen. Ze zitten al jaren in de sector, volgen evoluties op de voet en hebben een directe lijn met de consument. Alleen moeten ze die rol ook effectief opnemen.” Vandaag zegt slechts 27% van de tuinbezoekers voldoende info te krijgen over duurzaamheid. Nochtans komt de meerderheid van hen net voor het inwinnen van informatie naar het tuincentrum.

“De consument is niet tegen duurzaamheid”, nuanceert Van Wesemael. “Integendeel, de meerderheid is bereid tot 10% meer te betalen voor duurzame producten. Maar ze weten vaak niet wat duurzaam is of hoe ze eraan moeten beginnen.” Stadstuin of platteland, grote tuin of kleine binnenkoer, elke situatie vraagt een andere aanpak. En daar wringt het schoentje: die basisinfo ontbreekt.

Online kennisdeling biedt een grote kans. “Wie vandaag een tuincentrum bezoekt, heeft vaak al een shortlist aan oplossingen in het hoofd”, zegt Van Wesemael. “Als we consumenten al online informeren, trekken we hen gemakkelijker naar het tuincentrum voor het vervolg.”

Van winkel naar kenniscentrum

De tuincentra kunnen zich volgens Van Wesemael profileren als echte kennisplekken. Inspiratie komt uit Nederland, waar ‘klimaatpleinen’ in tuincentra tastbaar maken hoe je een duurzame tuin aanlegt. Een aanpak die bij ons wordt gedragen door bijvoorbeeld Tuincentrum Claes in Edegem.

Maar het kan ook subtieler: “Door duurzame alternatieven gewoon tussen het reguliere assortiment te plaatsen, begeleid je de klant onbewust naar betere keuzes. Zonder belerend te zijn. Of kijk naar Tuincentrum Lissens: zij werken met een heuse klimaatroute die klanten doorheen het centrum loodst; dat begint al op de parking.”

Een tip die op de volgende Green Expo zeker verder verkend kan worden: “Zorg dat beleving en informatie hand in hand gaan”, zegt Van Wesemael. “Niet iedereen is immers al overtuigd van het belang van duurzaamheid. Maar door een inspirerende omgeving te creëren, breng je mensen op ideeën. Maak het tastbaar.”

Belemmeringen voor verandering

Jammer genoeg lopen ook de tuincentra zelf tegen hindernissen aan. “Ze willen wel verduurzamen – denk aan betere verwarmingssystemen of de verplichte laadpalen die hen worden opgelegd – maar omdat veel centra in landbouwgebied liggen, krijgen ze moeilijk vergunningen. De wetgever hinkt achterop.”

Ondanks de obstakels slagen veel tuincentra er vandaag al in het goede voorbeeld te geven, door info te geven over wadi’s, waterputten of slimme plantenkeuzes. Voorbeelden als Plantencentrum De Pauw in Bornem of Genker Plantencentrum tonen hoe gespecialiseerde kennis én een breed aanbod samengaan.

Green Expo 2026: hét moment voor inspiratie

Green Expo van Easyfairs, waar tuinprofessionals, architecten en tuinliefhebbers samenkomen, is het uitgelezen moment om die beweging kracht bij te zetten. Zowel voor bezoekers als standhouders. Want de tuin van morgen? Die is niet alleen mooier en aangenamer, maar ook groener en slimmer.

https://tuincentra-vzw.be/

Share This Post

Schrijf je in op de nieuwsbrief