Tuinontwerpers en -aannemers zijn klimaatmakers. Elke tuin die ze inrichten is een groene oase voor zijn eigenaar én een belangrijke schakel in de strijd tegen hitte-eilandeffect in de bebouwde omgeving. De 2.000.000 tuinen in Vlaanderen maken een verschil dat kan tellen!
Geen beter plek om tijdens extreem hete zomers koelte op te zoeken dan in de eigen tuin. Tenminste als die vakkundig in het groen is gezet. De som van gazon, kruiden, heesters, bomen en waterpartij werken namelijk als perfecte en gratis airco. Van bomen ondervinden mensen het zelf.
Geeft de zon teveel warmte dan schuiven ze hun stoel of luie zetel in de schaduw van een boomkruin. De meer aangename temperatuur is echter niet alleen het effect van schaduw. Elke boom pakt uit met een ingebouwd koelsysteem gebaseerd op het gebruiken van zonne-energie voor het via bladgroenwerking omzetten van sap in bouwstenen voor verdere groei.
Tegelijk verdampt de boom via voornamelijk zijn bladeren een flinke hoeveelheid vocht. Gevolg daarvan is een zachte, niet voor ons voelbare, luchtstroom waarbij warme lucht naar boven wordt gestuwd en laag tegen de grond koele lucht wordt aangezogen.
Over dat koelend vermogen van bomen is al veel gestudeerd en gepubliceerd. Universiteit Wageningen durfde het al in 2011 aan om te stellen dat één enkele boom het koelend vermogen van 10 airco’s heeft. Universiteit Antwerpen pakte vorig jaar uit met Celsius-cijfers en stelde dat het onder een boom gemiddeld 7,6° minder warm is dan elders in de tuin. Dat kan tellen tijdens een hittegolf en dus minstens 5 dagen na mekaar warmer dan 25° Celsius, waarvan drie boven de 30° en zo’n periodes zullen de komende jaren in frequentie toenemen.
Alleen al met die cijfers raken heel wat tuineigenaars overtuigd om minstens één boom te planten en te koesteren in hun tuin. Maar niet alle bomen presteren even goed. Bomen met een brede kruin geven meer schaduw dan bijvoorbeeld bol- of zuilbomen, terwijl bomen met een dichte kruinmassa meer koelen dan die met minder bladeren. Ze moeten bovendien ook gezond zijn. Vandaar het belang van een juiste soortkeuze, een goed voorbereide standplaats, passende bodemverbetering en bemesting.
Beter dan één boom per tuin is meer bomen. Ze hoeven daarbij niet één grote groep te vormen, maar elk apart het mooiste en beste van zichzelf geven. Wel ideaal is het als de oppervlakte van hun kruin -kruinprojectie noemen we het met een vakterm- minstens 30% van de oppervlakte van de tuin beslaat. Het klinkt veel, maar is niet hoog gegrepen. De gemiddelde oppervlakte van de 2.000.000 Vlaamse tuinen is namelijk 700 m², terwijl de kruinoppervlakte van een boom op stadstuinformaat ongeveer 30 m² is. In zo’n tuin zouden dus zeven bomen passen.
Vastpinnen op het woord bomen hoeft trouwens niet. Ook meerstammen en hogere struiken gaan voor dezelfde koelende functie. In een tuin is er vanzelfsprekend nog meer groen. Vaste planten, siergrassen, een kruidentapijt en/of een gazon. Geen van hen evenaart het koelend vermogen van bomen, te missen zijn ze evenmin. Bovendien slorpen ze in tegenstelling tot terras en tuinpad amper warmte op, laat staan dat ze de hitte net als steen bufferen en daardoor een voortdurend verder opwarmen van de tuin en omgeving in de hand werken.
Ook een waterpartij is een meenemer in het versterken van het koelend vermogen van de tuin. Water neemt minder snel dan vaste materie warmte op en zorgt voor frisheid in de omgeving. Effecten die nog versterkt worden door het water via een fontein of waterval nog meer in contact laten komen met de warme lucht. Nodig is dat echter niet. De bomen in de tuin zuigen zelf via hun aircowerking de minder verwarmde lucht die boven het water hangt wel aan en laten ze vervolgens door en langs hun kruin stromen.
Tuinen die zichzelf wapenen tegen extreme warmte op hete zomerdagen winnen de komende jaren zeker nog aan belang met directe voordelen voor de eigenaars, maar ook voor straat en buurt. De koelende werking van zo’n klimaattuin blijft namelijk niet opgesloten binnen hagen of tuinmuren. Het waaiert breed uit. De in totaal 2.000.000 Vlaamse tuinen, samen goed voor ongeveer 12% van het grondgebied Vlaanderen, kunnen daardoor flink weerwerk bieden aan het door hitte-eilandeffect te warm worden van onze steden en gemeenten. De ongeveer 18.000 tuinaannemers willen er in elk geval voor gaan, net als hun toeleveranciers, onderzoeksinstellingen en beroepsverenigingen die hen wapenen met kennis en kunde. Getuige de aandacht voor dit thema tijdens Green Expo, een samenkomen van de gehele groensector.
Auteurs: Marc Verachtert en Bart Verelst